Rood.



Maarten Stekelenburg, Christine Nesbitt en Sanne van Paassen.
Drie schoolvoorbeelden van sporters die weten wat er nodig is om hun doel te bereiken. Nesbitt schaatste het afgelopen weekend op pure concentratie naar de wereldtitel sprint in Heerenveen en Van Paassen wist exact wat er nodig was om de wereldbeker veldrijden binnen te slepen. Aan de aanpak van beide vrouwen valt vooral op dat zij zich volledig richten op de eigen prestatie. Terwijl Christine Nesbitt na de eerste dag in Thialf al met een straatlengte voorlag op de concurrentie, bleef zij zich richten op haar eigen races en schaatste zij ook zondag op haar eigen schema alles uit de kast. Daarbij leek zij geen acht te slaan op de stand (die haar in staat stelde om in de bochten de Donald Duck te lezen).
Sanne van Paassen gaf vlak voor de beslissende rit om de wereldbeker (die zij niet won) een kort interview aan een radio journalist. Daarin sprak zij vrijuit over het parcours, haar studie en de wedstrijd om de wereldtitel van het komende weekend. Na afloop van de race bleek hoe zij die middag had beleefd: "Ik wilde niet teveel denken aan mijn plek in de wedstrijd, heb mijn eigen race gereden. Ik focuste me op de wereldbekerwinst, dacht de hele tijd: doorknallen, doorstampen, je kunt het Sanne. Omdat ik net ziek ben geweest, was het echt wel doorbikkelen."
Het klinkt als een ABC’tje: “Ik heb mijn eigen race gereden”. Niets is echter minder waar: zowel Nesbitt als Van Paassen hebben hun pad vooraf uitgestippeld en de routepaaltjes op de kritieke punten gezet. Die pro-activiteit heeft de beide sporters in staat gesteld om in eerste aanleg onafhankelijk van hun omgeving hun eigen doel na te streven. Beide vrouwen zijn zelf in staat om zich op die manier te richten op de eigen prestatie en daarnaast hun omgeving zo te organiseren dat zij hun voorbereiding op die prestatie kunnen optimaliseren. Dat maakt dat zij het schoolvoorbeeld van taakgerichte sporters zijn.
In de sportpsychologie wordt de Cirkel van Ebersprächer gebruikt om de aandacht van sporters uit te leggen: taakgerichte sporters bevinden zich in cirkel 1 en weten wat er nodig is om hun doel te bereiken en hoe hun aandacht te richten. Dat is de plek waar je als sporter wilt zijn. Bij elke sporter en elke sport is die taak anders ingericht. Elk mens is nu eenmaal anders gebakken en het verschil tussen de taak van de individuele sporter en de teamsporter ligt voor de hand.
In cirkel 2 krijgt de sporter te maken met de zogenaamde directe afleiders: de scheidsrechter hanteert een zwevende slagzone, het is eigenlijk te koud om te softballen, de knuppel is te zwaar en het publiek is onvriendelijk.
In cirkel 3 ben je als sporter alles wat je doet aan het vergelijken met hoe het eigenlijk zou moeten zijn. Die aangooi naar het eerste honk deugde niet en moet de volgende keer echt beter. Sporters in cirkel 3 mopperen zich op deze manier van inning naar inning tot de wedstrijd eindelijk voorbij is. Hun spel wordt er gaandeweg die wedstrijd niet beter op.
In cirkel 4 gaat het mis omdat de sporter (of de coach!) de aandacht vooral op de stand in de wedstrijd richt. Jouw ploeg komt in de eerste of tweede inning voor te staan en jij denkt alleen nog aan ‘dicht houden’. Zelfs wanneer ‘dicht houden’ een geldige optie zou zijn, dan nog zie je dat in dit soort situaties de focus zo sterk op de stand in de wedstrijd komt te liggen dat er geen ruimte meer is voor focus op de taken die leiden tot een goede prestatie.
Cirkel 5 is een soort van overtreffende trap van Cirkel 4: de aandacht van winnen of verliezen wordt nu gekoppeld aan de gevolgen van winnen of verliezen. Met de ‘dood of de gladiolen’ is op zich niks mis wanneer het jou als sporter in staat stelt om tot het einde door te knokken. Wanneer je tijdens een wedstrijd gaat nadenken over wat winnen of verliezen zal betekenen voor jou, voor de club en voor het volgend seizoen, dan wordt het steeds moeilijker om in het ‘hier en nu’ te leven en jouw bijdrage te leveren aan de prestatie van jouw team. In dit soort situaties ben je in gedachten al met de finale van een toernooi bezig, terwijl de bereikte halve finale nog niet is gespeeld.
“Wat doe ik hier?” is de vraag die je jezelf stelt wanneer je in Cirkel 6 bent beland. Die gedachte zal elke coach en sporter herkennen. Wedstrijden of trainingen die totaal niet lopen en waarin je als coach vooral bezig bent met brandjes blussen en je ondertussen suf piekert hoe het tij te keren.
Christine Nesbitt en Sanne van Paassen hebben zichzelf en hun omgeving zo ingericht dat zij zo effectief mogelijk kunnen presteren. Ze weten wat zij willen bereiken en wie en wat zij daarvoor nodig hebben.

Maarten Stekelenburg heb ik daar in de afgelopen weken iets aan zien toevoegen: in de periode van de schijnbare wederopstanding van Ajax verscheen Stekelenburg steevast geheel in het rood gehuld tussen de palen. Die outfit is een prachtig voorbeeld van provocatief communiceren. In zijn felrode uniform leek hij wel groter en de tegenstander uit te dagen: “Kom maar op! Schiet maar op mij!”.  Rood is de kleur van passie, een stopbord, doel en de duivel tegelijk. Stekelenburg trekt, net als zijn illustere voorganger Hans van Breukelen, de aandacht van de tegenstander naar zich toe en haalt die aandacht zo weg bij de taak van die tegenstander.
Eind tachtiger jaren speelde Craig Montvidas hetzelfde spel met de toenmalige aartsrivaal Terrasvogels. Met HCAW streed hij met Terrasvogels om het landskampioenschap, en Montvidas haalde alles uit de kast om de tegenstander te ontregelen. Zo stapte HCAW een keer pas een kwartier voor de start van een doubleheader het veld van sportpark de Elta op. HCAW had in het geheim de warming-up op het op een steenworp afstand gelegen veld van Onze Gezellen afgewerkt, en het is niet ondenkbaar dat de afwezigheid van de tegenstander bij Terrasvogels in de voorbereiding op de wedstrijd tot veel speculatie en afleiding heeft geleid.
Bij de volgende ontmoeting droegen de speelsters van HCAW een grote ghettoblaster (tegenwoordig heet  zo’n ding boombox) met zich mee, die keihard aanging terwijl HCAW haar in- en outfield drill zonder ballen (!) foutloos afwerkte. Het laat zich raden waar de aandacht van de speelsters van Terrasvogels zo vlak voor de wedstrijd was.
Ook hier is een gedegen voorbereiding de sleutel tot het succes: maak vooraf bewuste keuzes. Weet bijvoorbeeld of jouw ploeg toe is aan een vorm van provocatieve communicatie. Wanneer je gaat staan kijken hoe jouw idee op de tegenstander uitwerkt, dan kom je ongemerkt zelf in Cirkel 2 of 3 terecht. Het doel en de individuele taken die daarbij horen dienen superhelder te zijn.
Lukt het jou als coach een veilige omgeving voor jouw speelsters te creëren en predik je aandacht voor de prestatie, dan ben je onderweg om jouw ploeg en jezelf in cirkel 1 te krijgen en kun je gaan experimenteren met provocatieve communicatie.
Afgelopen zaterdag speelde Ajax uit tegen Utrecht. Stekelenburg droeg een graangele outfit en verdween samen met zijn teamgenoten ver onder de oppervlakte van het maaiveld.
 
Reageren: marco.molleman@quicknet.nl (www.unwiredcoaching.nl)

Reacties

Populaire posts