Crime Scene

Terug naar de plek van het misdrijf was het niet echt... ...en toch voelde het zo.
Ik merk dat ik de weg naar de plek waar ik een paar weken op heel onbenullige wijze van mijn racefiets ben gevallen bijna niet durf over te steken. Alleen die ervaring maakt het al relevant dat ik toch naar die oversteek bij Halfweg ben gefietst om eens uit te zoeken waar en hoe ik nu eigenlijk ben gevallen. Bijna bibberend pak ik de camera om de plek te filmen. Dit keer zie ik de hobbel waarop ik aanzettend met m'n kont van het zadel tijdens het nemen van de bocht onderuit ben gaan. Nu zie ik de gaten en hobbels in het fietspad wel en kan ik snappen hoe het komt dat ik voorover op m'n buik in het gras ben beland. Nog zoekend naar die eigenwijze kat berg ik mijn camera weer op en gaan mijn gedachten terug naar de hulpeloosheid die ik voelde terwijl ik in het gras lag. De pijn in m'n schouder verhinderde dat ik op kon staan en de onmacht die daaruit volgde liet geen ruimte voor de vraag hoe ik zo in het gras terecht was gekomen. Ik was gevallen, dat snapte ik nog. Maar hoe en in welke richting? Geen idee. Geen fijne constatering voor een control freak als ik. Loslaten dan maar? Weer zat die pijn in de weg. Gelukkig was die nu meer irritant aan het worden waardoor ik wist dat ik weer aan het nadenken was. De stemmen van een hardloopster en later andere voorbijgangers brachten mij terug naar de werkelijkheid. Ik werd omhoog geholpen en overspoeld door een golf van misselijkheid. Shit, wat is er nog meer aan de hand dan alleen m'n schouder en m'n heup? Vriendelijk aangeboden water verergerde de misselijkheid. Wat nu? Een echtpaar uit Heemskerk had inmiddels buiten mijn beeld de auto geparkeerd en de man bleek mij het water te hebben gegeven. Wist ik veel. Ik wist niet eens hoe ik erbij zat en zag nu pas het bloed op mijn hand. Schaafwond. OK dus. Met mijn fiets nog midden op het pad begon de man naast mij plannen te maken en zijn vrouw uit te leggen dat hij mij naar huis ging brengen en haar met de hond achter zou laten. Ondanks de misselijkheid voelde ik mijn lijf bijna meteen ontspannen. Over opstaan had ik nog niet nagedacht, maar met de wetenschap dat ik thuis zou komen konden mijn hersenen stoppen met het draaien van overuren en ik weer om mij heen kijken.
Eenmaal naast de man in de auto waren we het er snel over eens dat "je dit toch gewoon doet wanneer er iemand op de grond ligt". Ik moest meteen weer denken aan de verwarde en verdwaalde Turkse man en de vrouw in de Amsterdamse tram en wist dat er tussen 'vinden dat iets hoort' en 'het gewoon doen' nog wel een paar stappen zitten. Wel fijn om te weten dat er naast de zorgen om de mogelijke consequenties van de pijn in m'n schouder nog ruimte was voor wat overpeinzing. 
En dan zo'n kerel naast me die vrouw en hond achterlaat om mij thuis te brengen. Dat geeft een geweldig gevoel: "hoe zou de wereld er uitzien wanneer iedereen elkaar op deze manier zou helpen?" beargumenteren we inmiddels wat vrolijker verder. Ondertussen vertelt hij mij hoe hij opkomende onenigheden in zijn poppodium in Heemskerk oplost.
Er schiet een pijnscheut door mijn schouder. Dat tempert mijn vrolijkheid en verhoogt de peinsgrens. De wereld zou er prachtig uitzien. Verwarde Turkse meneren zouden geen tijd krijgen om verward te zijn en mevrouwen in trams hadden altijd de beste plaatsen zonder zich daar over te verbazen. En ik was weer andere mensen aan het helpen.

Doorfietsend van de plek des onheils raak ik zo in gedachten verzonken dat ik nog geen vijfhonderd meter later bijna een levensgrote wegversperring raak. In een flits stuur ik om het grote niet-te-missen rood-witte gevaarte heen en haal opgelucht adem terwijl ik in een soort van niemandsland de pedalen zachtjes laat peddelen.
Ik draai om, fiets de bewoonde wereld weer in en ben blij dat ik weer kan vertrouwen op mijn reflexen.
Binnenkort maar eens naar de Nozem en de Non in Heemskerk om te zien hoe het met mijn redder is.


Reacties

Populaire posts