Start!




Het nieuwe honk- en softbalseizoen staat op het punt te beginnen. Nog wat onwennig ontmoeten nog voor elkaar onbekende spelers elkaar bij de ingang van sporthallen of in de kleedkamers van gymzaaltjes, waar de geur van de inspanningen van eerder die dag nog in de lucht hangt.
Coaches zijn druk bezig de materialen en trainingsattributen op orde te brengen. De eerste training moet immers perfect lopen voor een goede seizoenstart. Na wat inleidende schermutselingen waarbij de ‘oude garde’ de boventoon voert en een korte inleiding van de coach, zet de groep spelers zich schoorvoetend in beweging voor het eerste inlooprondje van 2011.
De coach kijkt hen na en stuurt vervolgens een vragende blik naar zijn assistent: “Waar moet dat heen?”
Natuurlijk, elke willekeurige coach is in staat het standaard antwoord op te hoesten, maar blijft veelal in gemeenplaatsen hangen: “handhaven”, “meedraaien met de subtop”, “voor het kampioenschap gaan” zijn veelgelezen uitspraken aan het begin van welk sportseizoen dan ook.

In veel gevallen blijft het bij goede bedoelingen, een zo goed mogelijk opgebouwd trainingsprogramma, een handjevol oefenwedstrijden, en dan maar zien waar het schip strandt.

Op die manier blijft er mogelijk een verschil tussen wat de coach denkt te gaan bereiken en wat de spelers zich hebben voorgenomen. Natuurlijk, de coach deelt zijn ideeën met zijn ploeg en de spelers knikken gedwee na het aanhoren van die boodschap, maar wie bewaakt de voortgang? Sterker nog: hoe weet je als coach dat je een realistisch doel hebt gesteld? Hoe ga je als coach weten wat je kunt bereiken in plaats van denken?
Het antwoord ligt voor de hand: door het aan de spelers te vragen.

Ik geef toe, de stelling is wellicht wat kort door de bocht. De vraag aan de spelers stellen is wèl het startpunt van de teamdoelstelling voor het seizoen. Even ter geruststelling voor de coach bij wie nu het koude angstzweet uitbreekt bij de gedachte dat hij is overgeleverd aan de grillen van zijn spelers: wanneer je als coach een team doelstelling kunt vormen die is afgestemd op de persoonlijke doelstellingen van de spelers, dan weet je je in één klap verzekerd van hun betrokkenheid bij en toewijding aan dat teamdoel. En daarmee is het hele proces in één zin uitgelegd, en hopelijk de angstige coach gerustgesteld. Nu nog even doen.

Als proactieve coach heb je de eerste stap al gemaakt: je bent het seizoen gaan voorbereiden met het einddoel in gedachten. Je weet wat jouw rol is en wat men van jou mag verwachten. Je weet wat je wilt neerzetten en hoe je dat gaat doen. Jouw intentie en gedrag zijn voor jou duidelijk, daar kun je mee op pad. Nu nog weten wat er in jouw team speelt en hoe daarop te anticiperen.

Bij het vinden van een gemeenschappelijk doel stranden veel coaches simpelweg omdat ze geen model hebben dat zij kunnen gebruiken bij het uitvragen van een persoonlijk doel van hun spelers. Hun zoektocht op het internet heeft geleid tot een stapel informatie waarin zij door de bomen het bos niet meer zien.
In mijn coach EHBO kist zit het GROW model. Met behulp van GROW kun je als coach eenvoudig met een speler zijn persoonlijk doel bespreken. GROW geeft je de gelegenheid te vragen wat een speler wil, waar hij nu staat in zijn ontwikkeling, welke mogelijkheden hij ziet om zich verder te bekwamen in zijn spel en hoe hij dat denkt aan te pakken. In vier stappen maak je zo samen met jouw speler een actieplan. Zijn actieplan. Met slechts een paar vragen per stap (G: Goal; R: Reality; O: Options; W: Wrap-up) weet je wat jouw spelers als eigen doelen naar dit seizoen gaan meenemen, en hoe zij dat denken te realiseren. Daarnaast krijg een beeld van hoe een speler zijn uitdagingen aanpakt doordat je in de Options stap zijn voorkeurmogelijkheden ontdekt.
Het actieplan dat je in de Wrap-up fase met jouw speler afspreekt is vanzelfsprekend een mooie leidraad voor het seizoen en tijdens evaluatiemomenten. Het plan kan ook worden gebruikt als uitgangspunt wanneer je een conflict hebt uit te praten.
Per stap kun je een aantal aandachtpunten aanhouden om te borgen dat de basis stevig is en de vervolgstappen daar op passen.
Wanneer een speler aan de slag gaat met het maken van een doel is het van belang dat het een realistisch en uitdagend doel is. Het doel ligt in de toekomst en is haalbaar wanneer de speler het doel zonder hulp kan realiseren en er een specifieke datum aan kan koppelen. Wanneer je antwoord kunt geven op de vragen “wie?”, “wat?” en “wanneer?” dan ben je al een heel eind. Een lakmoesproef voor het gestelde doel is hoe het doel voor de speler voelt. Daar zijn methodes voor, je kunt het de speler in kwestie ook gewoon vragen.
Nadat je met jouw speler de huidige situatie hebt bepaald kun je in de derde stap (Options) de “hoe?“ vraag gaan beantwoorden.

Nu kun je op weg naar het teamdoel. Het meeste werk is al gedaan. Je hebt zelf vooraf nagedacht over jouw eigen rol en doel, de doelen van de spelers verzameld en je kunt het door jou gestelde teamdoel gaan afstemmen op de die doelen van de spelers. Wanneer je nu het teamdoel communiceert met jouw spelers zullen zij zich er stuk voor stuk in herkennen en hun bijdrage kunnen en gaan leveren.

De grote winst uit dit traject is dat er vooraf duidelijkheid over en toewijding aan het teamdoel is. Als coach kun je nu door herhaling het teamdoel versterken naar het moment waarop jij wilt dat het team gaat pieken. Uiteindelijk is het daar iedereen, coach en spelers, om begonnen: presteren op het moment dat het er toe doet. Toegegeven, het proces om daar te komen kan eindeloos complexer zijn dan de hantering van het eenvoudige GROW model.
GROW biedt je een middel voor zowel team- als individuele communicatie en geeft helderheid door consistente opvolging van de stappen én de afstemming van doelen. Daardoor is het voor de spelers duidelijk wat er van hen wordt verwacht en kunnen zij zich focussen op hun taak en die op het moment dat het er toe doet correct uitvoeren.

Wanneer spelers zich geen zorgen maken over hun rol en het doel van de coach, krijgt een belangrijke teambuildingcomponent ook ruimte: Plezier!
Plezier, noem het sfeer of teamspirit als je dat wilt, staat aan de basis van “willen”. Sfeer is voor veel spelers een onmisbare bouwsteen bij de realisatie van hun doel.

Ik wens jullie een heel plezierig 2011 toe!

Nieuwsgierig naar het GROW model? Stuur mij een mail en je ontvangt een document met daarin voorbeeldvragen per stap.

Marco Molleman.

Reageren: marco.molleman@quicknet.nl (www.unwiredcoaching.nl)

Reacties

Populaire posts